Artikelen

Rouw is liefde die zijn adres is kwijtgeraakt

Afval verwerk je, rouw niet. Rouw gaat niet over, het wordt een deel van je levensverhaal. We kunnen troost bieden, maar het verdriet niet wegnemen.

Riet Fiddelears- Jaspers is rouwdeskundige bij het expertisecentrum omgaan met verlies.
Dit artikel verscheen op 28 juli in de Volkskrant.

Sinds de ramp met de MH17 is deze vraag vele malen gesteld: hoe lang gaat het duren voordat de nabestaanden over hun rouw heen zijn? Of als variant: hoe lang duurt het om rouw bij zo’n verlies te verwerken?

Het is menselijk en dus begrijpelijk dat we willen weten waar we aan toe zijn. We zijn de controle kwijt en voelen ons machteloos. Om enig houvast te krijgen, stellen we vragen die ons misschien een beetje controle teruggeven. Alleen: zo werkt het niet.

Rouwen heeft te maken met gehecht zijn aan iemand, van iemand houden. Die liefde gaat niet over door de dood. Over liefde kom je niet heen, dus over rouw ook niet. Jean Jacques Suurmond schreef: Rouw is liefde die zijn adres is kwijtgeraakt. Het zoeken, het dwalen, met je ziel onder de arm herkennen vele rouwenden. Je weet niet waar je het zoeken moet.

Verwerken is ook een woord dat de lading niet dekt. Afval verwerk je, je rouw niet. Het enige wat je in de loop van de tijd kunt doen met je verlies is het verweven in je leven. Het wordt een deel van je levensverhaal, een hoofdstuk dat je er niet bij had willen hebben en er wat toch onlosmakelijk is bij gaan horen. Rouw blijft dus bij je, als deel van je persoonlijke levensgeschiedenis en gaat niet over. Dat betekent overigens niet dat alle nabestaanden hun leven lang ongelukkig blijven. Veel rouwenden gaan, soms tot hun eigen verbazing, het leven weer omarmen. In het begin soms met gevoelens van schaamte (hoe kan ik lachen als mijn geliefde niet meer kan meegenieten?) of schuld (mag ik mezelf wel gelukkig voelen?). Ze voeren wellicht niet meer de boventoon maar kunnen ieder moment geactiveerd worden door een gebeurtenis, een geur, muziek, een beeld. Dan is rouw en het gemis weer even volop aanwezig, ook na vijf, tien, of zelfs vijftig jaar.

Rouwen is als een vingerafdruk: een ingrijpend verlies gaat gepaard met rouw maar de wijze waarop iemand dat doet, is uniek. Ik vind het altijd bijzonder om te ervaren hoe veerkrachtig mensen kunnen rouwen, zelfs bij verliezen waarvan we ons niet kunnen voorstellen dat je het leven nog kunt oppakken. Rouwenden vinden vaak een eigen manier om betekenis te geven aan hun leven.

Rouwdeskundigen, zoals ikzelf,  zijn in eerste instantie helemaal niet zo belangrijk. Het belangrijkste voor nabestaanden zijn de mensen die hen omringen. Als die hen een bedding kunnen bieden waar het diepe verdriet, de intense pijn, de enorme woede, de grote machteloosheid, het onmetelijke gemis en al die andere gevoelens op kunnen landen, daar is geen professional tegen opgewassen. En tegelijk is het het moeilijkste wat er is: het is een klus te blijven bij iemand die zulke intense gevoelens ervaart, wetende dat je niets, maar dan ook niets kunt doen om het op te lossen. Je eigen onmacht voelen, met lege handen te staan en toch te blijven en de intensiteit te verduren. Probeer het maar eens, het valt niet mee. We willen troost bieden maar dat is iets anders dan verdriet wegnemen.

Wijlen professor Van Dantzig herleidde het woord troost tot trouw, trouw in je aanwezigheid. En trouw herleidde hij tot ‘tree’, boom. Ik zie dan een grote eikenboom voor me waar je in je diepste verdriet tegenaan kunt leunen, waar je ook tegenaan kunt schoppen of een gebroken hart in kunt kerven. En de boom blijft staan, dagen, weken, maanden en jaren, als een trouwe metgezel. Voor mensen is dat een hele opgave en toch is dat wat we te doen hebben.